De Lexus LFA, een supercar die nu wordt vereerd als cultklassieker, heeft jarenlang een reputatie opgebouwd onder liefhebbers. De kenmerkende V-10-motor en de geavanceerde koolstofvezelconstructie, die wordt geprezen door degenen die ermee hebben gereden en door de meeste anderen verkeerd worden begrepen, hebben zijn plaats in de autogeschiedenis verstevigd. Met slechts 500 geproduceerde exemplaren blijft de LFA een exclusieve ervaring.
Nu heeft Lexus een nieuw LFA-concept onthuld, maar deze keer is het elektrisch. De aankondiging werd met scepsis ontvangen, omdat veel enthousiastelingen zich afvragen of een elektrische versie de geest van zijn benzine-aangedreven voorganger kan weerspiegelen.
Het dilemma van elektrische supercars
Elektrische voertuigen hebben het prestatielandschap onmiskenbaar veranderd, waarbij zelfs reguliere elektrische voertuigen indrukwekkende acceleraties kunnen realiseren. Traditionele supercars bieden echter een ervaring die EV’s nog niet hebben geëvenaard: de diepgewortelde feedback van een motor, de verbinding tussen bestuurder en machine en het nauwkeurige rijgedrag dat wordt ontlast door een zwaar accupakket.
De auto-industrie heeft behoefte aan meer betaalbare emissievrije opties, maar het toevoegen van nog een elektrisch speelgoed van zes cijfers voelt onnodig. Toch was de oorspronkelijke LFA anders. Het was niet alleen een snelle auto; het was een evenement. Het onvergetelijke gehuil van de V-10-motor, het unieke interieur en het agressieve rijgedrag zorgden ervoor dat hij opviel. Mensen staarden je aan als je voorbijreed, en de auto gaf je het gevoel dat je iets speciaals had.
Toyota’s interne drang naar prestaties
De oprichting van de LFA werd aangestuurd door Akio Toyoda, de CEO van Toyota, die het conservatieve imago van het bedrijf van zich af probeerde te schudden. Toyoda en andere topcoureurs speelden een belangrijke rol in de ontwikkeling ervan, zelfs na het tragische verlies van een van hun oorspronkelijke ‘Master Drivers’ tijdens tests op de Nürburgring. Die toewijding aan prestaties is de reden dat de LFA zo bijzonder blijft binnen Toyota.
Toyota staat van oudsher sceptisch tegenover volledige elektrificatie en geeft de voorkeur aan hybrides en waterstofauto’s. Maar het bedrijf verschuift zijn standpunt, met nieuwe elektrische voertuigen in het verschiet. Als Toyota serieus wil concurreren in Europa en China, en de beloften van solid-state batterijen wil waarmaken, moet het elektrische prestaties omarmen.
Het potentieel voor een baanbrekende EV
Toyota heeft al geëxperimenteerd met elektrische prototypes die het V-10-geluid van de LFA simuleren en zelfs een handgeschakelde versnellingsbak met koppelingspedaal bevatten. Deze prototypes zijn verrassend aantrekkelijk gebleken. De ingenieurs van het bedrijf lijken vastbesloten om elektrische auto’s leuk te maken om mee te rijden, en niet alleen om aan de regelgeving te voldoen.
Het LFA-concept zou nergens toe kunnen leiden, aangezien Toyota eerder beloften heeft ingelost. Maar als het bedrijf het meent, zou deze elektrische versie wel eens iets heel opmerkelijks kunnen zijn. Een revolutionaire transmissie, lichtere batterijen en selecteerbare gesimuleerde motorgeluiden kunnen een ervaring creëren die anders is dan alle andere.
Het vonnis
Lexus zou alleen een elektrische LFA moeten nastreven als het een auto kan leveren die de erfenis van het origineel waarmaakt. Als het enthousiastelingen kan overtuigen en kan bewijzen dat elektrische voertuigen opwindend kunnen zijn, waarom dan niet? De originele LFA was bijzonder, en de nieuwe zou ernaar moeten streven niets minder te zijn.























