Peugeot overweegt een terugkeer naar de markt voor ultracompacte stadsauto’s – mogelijk met een opvolger van het stopgezette 108-model – afhankelijk van nieuwe EU-regelgeving die is ontworpen om dergelijke voertuigen weer financieel levensvatbaar te maken.
Het einde van een tijdperk en een mogelijke terugkeer
Drie decennia lang bood Peugeot een doorlopende lijn stadsauto’s aan, te beginnen met de 106 in 1991, gevolgd door de 107, 108 en meest recentelijk de 108, die nauw verwant was aan de Toyota Aygo en Citroën C1. Ongeveer vier jaar geleden beëindigde Peugeot echter de productie van de 108 omdat strengere regelgeving en stijgende productiekosten hem onrendabel maakten. Deze beslissing weerspiegelde soortgelijke uittredingen uit het segment door Ford, Vauxhall, Skoda en Citroën, waarmee feitelijk een einde kwam aan een decennialange trend in betaalbare brommobielen.
Nieuw EU-kader kan alles veranderen
Peugeot-CEO Alain Favey heeft een mogelijke omkering van deze trend gesignaleerd. In een gesprek met Autocar verklaarde Favey dat Peugeot meer dan een miljoen auto’s in het A-segment heeft verkocht “in een niet zo ver verleden”, en dat “als er een nieuwe categorie is die ons in staat stelt kleinere auto’s met winst te produceren, er uiteraard ruimte zal zijn voor Peugeot in dat gebied.”
De sleutel tot deze mogelijke heropleving ligt in een voorgestelde EU-categorie “E-Car”. Dit raamwerk heeft tot doel de regelgevende en technologische lasten voor de productie van kleine auto’s te verminderen, waardoor deze weer winstgevend worden. Momenteel drijven strenge veiligheidsnormen, emissie-eisen en verplichte kenmerken de kosten op, waardoor de marges op laaggeprijsde voertuigen onder druk komen te staan. De nieuwe categorie zou deze druk verlichten, waardoor fabrikanten mogelijk betaalbare stadsauto’s zouden kunnen bouwen zonder de winstgevendheid op te offeren.
Waarom dit belangrijk is
De verschuiving in de EU-regelgeving is een direct antwoord op de groeiende erkenning dat ultracompacte auto’s een belangrijke niche in de stedelijke mobiliteit bedienen. Deze voertuigen zijn betaalbaar en efficiënt, vooral voor jongere bestuurders en stadsbewoners die geen grote voertuigen nodig hebben. De eerdere terugtrekking van deze auto’s uit de markt leidde tot bezorgdheid over de toegang tot betaalbaar vervoer, vooral in dichtbevolkte gebieden.
Als het EU-kader wordt goedgekeurd, zouden Peugeot en andere autofabrikanten dit segment opnieuw kunnen betreden en consumenten een breder scala aan keuzes op de markt voor kleine auto’s kunnen bieden. De potentiële terugkeer van de opvolger van de 108 zou een signaal zijn van een bredere trend naar hernieuwde investeringen in compacte, toegankelijke voertuigen.
De levensvatbaarheid van brommobielen hangt nu af van het vermogen van wetgevers om een evenwicht te vinden tussen veiligheid en betaalbaarheid, en ervoor te zorgen dat deze voertuigen een praktische optie blijven voor een aanzienlijk deel van de bevolking.
