Stellantis, de multinationale autofabrikant, heeft de woede van Canadese wetgevers gewekt nadat ze niet was verschenen op een geplande hoorzitting in het Lagerhuis. De sessie was bedoeld om in te gaan op de recente beslissing van het bedrijf om de productie van de opnieuw ontworpen Jeep Compass te verplaatsen van de assemblagefabriek in Brampton, Ontario naar Belvidere, Illinois, als onderdeel van een investering van 18,3 miljard dollar in Amerikaanse faciliteiten.
De verschuiving en de terugslag
De plotselinge verschuiving in de productieplannen is in Canada breed bekritiseerd, vooral gezien de timing – kort na de handelsgeschillen onder de regering-Trump. Deze stap heeft de toekomst van de fabriek in Brampton onzeker gemaakt, wat tot woede heeft geleid onder Canadese politici en werknemers. Het kernprobleem is niet alleen de verplaatsing van banen, maar ook de waargenomen minachting voor de Canadese belangen en arbeid.
De no-show
Van vertegenwoordigers van Stellantis werd verwacht dat zij maandag voor de commissie van het Huis van Afgevaardigden zouden getuigen, maar zij waren niet aanwezig. Ondanks herhaalde uitnodigingen nam het hoofd externe zaken en openbaar beleid van het bedrijf geen verbinding met de sessie op afstand, die bijna twee uur duurde. Commissievoorzitter Kelly McCauley uitte haar frustratie en noemde de afwezigheid ‘verbijsterend’, terwijl vicevoorzitter Marie-Hélène Gaudreau zichzelf omschreef als ‘sprakeloos’.
Het bedrijf beweerde dat het niet-gespecificeerde ‘technische problemen’ had ondervonden die deelname op afstand verhinderden, ondanks dat het naar verluidt een succesvolle testrun met het IT-team van de commissie had voltooid. Deze verklaring werd met scepsis ontvangen, gezien de wijdverspreide acceptatie van vergaderingen op afstand in de afgelopen jaren. Critici suggereren dat als participatie echt een prioriteit was, er een oplossing zou zijn gevonden.
Aanhoudende vragen
Stellantis heeft de situatie nog niet publiekelijk besproken via zijn Canadese mediakanalen. Het bedrijf liet CBC Windsor weten dat het “klaar en beschikbaar” was om te verschijnen, maar technische problemen verhinderden dit. Dit onvermogen om rechtstreeks in te grijpen heeft speculatie aangewakkerd over de motieven van het bedrijf en zijn betrokkenheid bij de Canadese activiteiten.
De commissie heeft Stellantis opnieuw uitgenodigd om aanstaande donderdag te verschijnen, terwijl het onderzoek naar contracten met betrekking tot de fabriek in Brampton wordt voortgezet. Het incident roept bredere vragen op over de invloed van buitenlandse bedrijven op binnenlandse industrieën en de behoefte aan grotere transparantie in de besluitvorming van bedrijven.
De situatie wijst op een groeiende spanning tussen economische belangen en politieke verantwoordelijkheid. Zonder een duidelijke uitleg van Stellantis riskeert het bedrijf de relatie met Canadese belanghebbenden verder te schaden en te maken te krijgen met meer toezicht op zijn toekomstige activiteiten in het land.
