Jarenlang is het beeld van de eigenaar van een elektrische vrachtwagen makkelijk te karikaturiseren: een technisch onderlegde chauffeur die er goed uitziet maar zijn voertuig niet gebruik als een echte vrachtwagen. Het stereotype van de Rivian R1T of Tesla Cybertruck als statussymbool in plaats van als werkpaard is alomtegenwoordig. Recente gegevens van Strategic Vision, een bedrijf dat jaarlijks ruim 250.000 autobezitters onderzoekt, suggereren echter dat deze perceptie fundamenteel onjuist is. Eigenaars van elektrische vrachtwagens gedragen zich vrijwel hetzelfde als hun tegenhangers op benzine.
Off-road rijden: net zo vies als de rest
Uit de gegevens blijkt dat ruwweg een derde van alle vrachtwagenbezitters van off-road rijden houdt, een bepalend kenmerk van de vrachtwagencultuur. 31% van de eigenaren van vrachtwagens met een alternatieve aandrijflijn (ATP) geeft aan dat ze zich ten minste maandelijks bezighouden met licht terreinrijden (grind, onverharde wegen, enz.). Dit cijfer is vrijwel identiek aan de 29% van de eigenaren van standaard vrachtwagens en ligt slechts iets lager dan de 32% van de eigenaren van grote vrachtwagens die hetzelfde doen.
Zelfs als het terrein moeilijker wordt – rotsen, modder, beken – blijven de cijfers verrassend consistent. 11% van de eigenaren van ATP-trucks gaat maandelijks of vaker serieuze off-road-uitdagingen aan, vergeleken met 13% van de eigenaren van standaard en 15% van de eigenaren van full-size trucks. Dit suggereert dat elektrische trucks niet als baby worden gebruikt; ze worden net zo vaak gebruikt voor weekendavonturen als hun equivalenten op gas.
Nutsvoorzieningen en transport: vrachtwagens aan het werk zetten
Het stereotype van de elektrische vrachtwagen als lifestyle-accessoire valt uiteen als je het daadwerkelijke gebruik in ogenschouw neemt. 64% van de eigenaren van ATP-trucks sleept minstens maandelijks iets in bed – vaker dan de 58% van de standaard- en 61% van de eigenaren van grote trucks. Dit benadrukt dat eigenaren van elektrische trucks niet alleen maar rondrijden; ze gebruiken hun voertuigen actief voor praktische taken.
Naast het vervoeren is rijden puur voor het plezier ook wijdverspreid in alle vrachtwagensegmenten, waarbij 89-90% van de eigenaren aangeeft regelmatig recreatief te rijden. Zelfs eigenaren van zware vrachtwagens, bekend om hun werkgerichte gebruik, doen nog steeds met een hoog percentage van 82% aan recreatief rijden.
Slepen: het enige opmerkelijke verschil
Eén gebied waar elektrische vrachtwagens achterblijven, is het slepen. Terwijl ATP-bezitters nog steeds slepen, doen ze dit minder vaak dan bestuurders op gas. Dit is logisch gezien de huidige beperkingen van het trekbereik van elektrische vrachtwagens, de laadinfrastructuur en de laadsnelheid. Maar zelfs op dit gebied is de kloof niet onoverbrugbaar, en de trekmogelijkheden van elektrische vrachtwagens verbeteren snel.
Een nieuwe definitie van vrachtwageneigendom
De gegevens ontkrachten op ondubbelzinnige wijze de mythe van de ‘bestratingsprinses’-eigenaar van een elektrische vrachtwagen. Of het nu een Ford Lightning is die mulch vervoert, een Rivian R1T die boswegen verovert, of een Cybertruck die op weg is naar een camping: chauffeurs van elektrische vrachtwagens bewijzen dat capaciteiten niet worden bepaald door de aandrijflijn, maar door de manier waarop het voertuig wordt gebruikt.
Het bewijs is duidelijk: eigenaren van elektrische vrachtwagens vervangen vrachtwagens niet door speelgoed; ze herdefiniëren simpelweg wat het betekent om vrachtwageneigenaar te zijn in de 21e eeuw. Het stereotype blijft misschien hangen op online forums, maar de cijfers spreken voor zich
